IN GESPREK MET ELKE GERAERTS


‘Dit is het moment om onze menselijke kwaliteiten te versterken’

Machines krijgen steeds meer cognitieve vaardigheden. En omdat in geavanceerde economieën als de onze meer dan 80 procent van de werknemers in de dienstensector werkt, zal nieuwe technologie vooral hier een grote maatschappelijke impact hebben. Het maakt mensen bang, constateert neuropsycholoog en bestsellerauteur Elke Geraerts. Niet nodig, zegt ze. Want het menselijk brein kan dingen die machines nooit zullen kunnen. Die bijzondere kwaliteiten van ons brein moeten we dan wel versterken. Werk aan de winkel!

Dit is alweer je derde boek! In Mentaal Kapitaal en Het Nieuwe Mentaal beschreef je hoe we ons brein kunnen wapenen tegen stress en burn-out. En leerde je ons meer rekening te houden met de behoeften van ons brein. Want als we de grote uitdagingen van deze tijd het hoofd willen bieden, moeten we volgens jou actief dingen gaan veranderen. Ook Authentieke Intelligentie bevat zo’n wake-upcall. Wat maakte dat je dit boek ging schrijven?

'Hoewel stress en burn-out een uitdaging blijven, zag ik dat werknemers zich vooral zorgen maken over de snelle technologische veranderingen. Ze zijn bang dat hun baan over een paar jaar niet meer zal bestaan of overgenomen is door computers of robots. Die angst wordt gevoed door allerlei doemscenario’s in de media. Maar toen ik eens wat dieper in de wereld van Artificial Intelligence dook, ontdekte ik dat door AI inderdaad miljoenen banen gaan verdwijnen, maar dat er minstens zoveel banen bijkomen. En realiseerde ik me dat het ons brein is dat ons onderscheidt van robots. Maar in dit digitale tijdperk benutten we ons brein steeds minder. Terwijl juist dit het moment is om onze unieke menselijke kwaliteiten – onze ‘authentieke intelligentie’ – te versterken. De oproep die ik in dit boek doe, luidt dan ook: Wacht niet tot je baan wordt overgenomen, maar ga nu al proactief aan de slag met de doorontwikkeling van die kwaliteiten.’

Een van die kwaliteiten is ons vermogen om te herprogrammeren. Je schrijft dat ieder van ons over de mentale kracht beschikt om zijn of haar leven een nieuwe wending te geven of zelfs de breininstellingen te wijzigen. Dat begint met verantwoordelijkheid nemen, met een CaliHero worden.

‘Een CaliHero is voor mij de tegenpool van wat ik de Calimero’s op de werkvloer noem: mensen die zich op het negatieve focussen, daarin blijven hangen en alle verantwoordelijkheid van zich afschuiven. Een CaliHero heeft het lef om controle over zijn eigen leven te pakken. In plaats van te zeggen: dat is niet mijn verantwoordelijkheid, daar kan ik niets aan veranderen, bekijkt hij stapje voor stapje wat hij zelf kan doen om dingen te verbeteren. Ook is hij zich bewust van de kracht van zijn brein en zijn vermogen om dat brein nog krachtiger te maken. Elders in het boek heb ik het over een authentieke persoonlijkheid, die evolueert in de richting van wie hij wil zijn. Een authentiek intelligent persoon is niet bang om zijn zwaktes te erkennen en bereid daaraan te werken.’

‘Het is ons brein dat ons onderscheidt van robots, maar we benutten ons brein steeds minder’

Zelfinzicht is dus essentieel…

‘Zeker. Maar je moet wel voor ogen houden dat je kunt veranderen. We zeggen te makkelijk: zo ben ik nu eenmaal, terwijl onderzoek voldoende aantoont dat ons brein kneedbaar is. Ik vergelijk het brein met een jungle. Het heeft een aantal ingesleten paden – de gewoontes van jaren. Wil je een nieuwe gewoonte aanleren, dan moet je stukje bij beetje, met kleine doelen, een nieuw pad hakken. Als je met die nieuwe gewoonte stopt, groeit je brein net zoals die jungle ook heel snel weer dicht.’

Stap één is eigenaarschap pakken. Stap twee is doen en daar is wilskracht voor nodig – ook iets waarover alleen wij mensen beschikken. In de toekomst wordt die wilskracht alleen maar belangrijker. Waarom?

‘Mede door Artificial Intelligence is er een soort ja-snelweg ontstaan: het antwoord op bijna alles is ja. Nieuw vriendschapsverzoek? Accept. De volgende aflevering bekijken? Ja. De chimpansee in ons geeft toe aan al die impulsen, zonder er zelfs maar bij stil te staan waar hij ja tegen zegt. Zo worden we voortdurend afgeleid van wat er werkelijk toe doet. Als we een kans willen maken tegenover computers, moeten we vaker de mens in ons laten spreken en met voldoende wilskracht nee zeggen. Pas als we op een oprechte en overtuigende manier nee kunnen zeggen, ontstaat er ruimte om ja te zeggen tegen de dingen die we belangrijk vinden. In dat kader is ook focus belangrijk; focus wordt zelfs het nieuwe IQ genoemd. Je kunt nog zo intelligent zijn, als je er niet in slaagt om je aandacht te richten op wat echt belangrijk is, kom je nergens.’

Over het ‘doen’ schrijf je dat we moeten dansen in plaats van springen.

‘Mensen zijn geneigd om grote doelen na te streven, maar die liggen dan zo ver weg dat we opgeven als het bij de eerste stappen niet lukt. Het is beter om kleine stapjes te zetten en elk stapje zo leuk mogelijk te maken. Ook helpt het om anderen op de hoogte te brengen van je plannen; sociale druk als extrinsieke motivatie. Verder kun je jezelf een wortel voorhouden – een beloning voor als je weer een stap hebt gezet. Ook closure is belangrijk. Dat je brein weet: ik heb dit voltooid, het ging goed, ik ga het nog eens doen. Maar je moet jezelf ook intrinsiek weten te motiveren, door gedrag te kiezen dat bevredigend is voor jou.’

Een andere unieke menselijke eigenschap is creativiteit. Je noemt verbeelding vandaag meer dan ooit de onderscheidende kwaliteit van leiders.

‘De pioniers van nu zijn de leiders die heel bewust op zoek gaan naar nieuwe manieren om innovatieve ideeën te stimuleren bij hun werknemers. Maar het zijn enkelingen; creativiteit wordt op dit moment op de arbeidsmarkt nauwelijks op waarde geschat. Bij veel bedrijven zitten creatieve mensen op niet-creatieve posities. En omdat ze hun creativiteit niet kwijt kunnen, raken ze opgebrand; zo raakt veel creatief kapitaal verloren. Artificial Intelligence dwingt ons om opnieuw over de invulling van ons werk na te denken. Met creativiteit gaan we uiteindelijk het verschil maken. Leiders moeten daar echt op durven inzetten, ook al leidt dat niet meteen tot concrete euro’s.’

Elke Geraerts

Elke Geraerts is doctor in de psychologie en werkte onder meer aan de universiteiten van Harvard, St. Andrews, Maastricht en Rotterdam. Ze verwierf internationale bekendheid met haar onderzoekswerk en richtte in 2014 Better Minds At Work op, een consultancybedrijf dat organisaties helpt succesvol te zijn in een alsmaar ingewikkeldere context. Ze schreef drie boeken: Mentaal Kapitaal, dat zelfs in het Chinees is vertaald, Het Nieuwe Mentaal en Authentieke Intelligentie.

Creativiteit stimuleren: hoe doe je dat?

‘Door mensen in staat te stellen de stappen te doorlopen die belangrijk zijn voor wat psychologen divergent denken noemen. Een van die stappen is preparatie: je onderdompelen in een bepaald domein. Als ik een nieuw boek ga schrijven, ga ik heel bewust minstens een half jaar lang alles over het betreffende thema lezen, van Twitterberichten tot de Harvard Business Review. Vervolgens laat je al die informatie binnendringen in je onderbewuste. Op een gegeven moment gaan dan de sluizen van je brein open en gaan de verschillende hersengebieden samenwerken; op dat moment ben je creatief. Het is belangrijk om goed aan te voelen wat voor die verschillende stappen nodig is. In de ‘incubatiefase’ moet je bijvoorbeeld voldoende kunnen dagdromen; even lummelen. En dat betekent dus ook niet verbonden zijn met de digitale wereld.’

Minstens zo belangrijk als creativiteit is ons vermogen om authentieke relaties op te bouwen. In dit kader heb je het over de verschillen tussen teams en tribes. Om succesvol te zijn als groep, moeten we het niveau van het team overstijgen en doorbreken tot the next level: de stam. Wat hebben tribes wat teams niet hebben?

‘Als je echt iets wilt bereiken is er meer nodig dan goede teamsamenwerking. Tribes hebben een sterke identiteit en een helder omschreven gemeenschappelijk doel. De onderlinge communicatie is heel duidelijk en er is vertrouwen. Daardoor slagen tribes erin zich te vernieuwen als hun context verandert. Computers kunnen teams vormen, maar ze kunnen geen diepgaande relaties opbouwen. Wij kunnen dat wel.’

Jij bent ervan overtuigd dat we ook ons vermogen om authentieke relaties aan te gaan verder kunnen ontwikkelen. Door in te zetten op vertrouwen, maar ook door te streven naar de integratie van werk en privéleven. Hoe helpt dat onze relaties?

‘Alleen als je je werk toelaat in je leven en je leven in je werk, ben je één persoon en kun je diep doordringen tot jezelf en anderen. Kun je bezig zijn met het waarom, in plaats van met het hoe en wat. Maar dan moet je wel goed weten wie je bent. In dit tijdperk van Artificial Intelligence is het belangrijker dan ooit om je drijfveren, passies en talenten te kennen en te weten hoe je die het beste kunt inzetten – opnieuw en opnieuw en opnieuw. De tijd dat je het leven kunt opdelen in studie, carrière en pensioen is voorbij. Levens zullen uit verschillende fasen bestaan, waarin je minstens elke tien jaar een reset maakt: je gaat studeren, werken, doet een project, neemt een sabbatical, gaat opnieuw studeren enzovoort.’

‘Als we een kans willen maken tegenover computers, moeten we vaker de mens in ons laten spreken’

Is dat wat je mensen aanbeveelt: neem regelmatig je drijfveren, passies en talenten onder de loep?

‘Vanmorgen had ik een training met vijftien mensen waarin ik een lezing hield die ik al heel vaak heb gehouden. Een tijd geleden dacht ik dan: Moet ik dat verhaal nu wéér vertellen en dan voor vijftien man? Hoe groter de zaal, hoe beter, vond ik. Want dan kan ik impact maken en dat is mijn missie. Maar ik ben ooit psychologie gaan studeren om mensen te helpen en als ik alleen maar grote zalen toespreek, heb ik niet het gevoel dat ik dat doe. Dan voel ik me meer een entertainer. Voor een paar keer per week is dat erg leuk. Maar die training met vijftien mensen leverde interactie en feedback op waar ik echt mee verder kan. Ik denk regelmatig na over mijn waaroms, want anders ga ik foute beslissingen nemen en alleen nog voor de grote zalen kiezen. Daar zijn genoeg aanvragen voor, maar ik ben selectief en zeg bewust nee.’

In je boek richt je je voornamelijk tot het individu. Wat kunnen organisaties doen?

‘De tips die ik geef voor het individu kun je ook prima voor de workforce gebruiken: bied mensen de mogelijkheid om te herprogrammeren, wilskracht te tonen, nee te zeggen, hechte relaties aan te gaan. Stimuleer hun creativiteit en verbeelding, geef vertrouwen en feedback, voer talentgesprekken, promoot het levenslang leren…’

Tot slot, de ondertitel van je boek luidt: Waarom mensen altijd winnen van computers. Hoe kunnen mens en computer elkaar optimaal versterken?

‘Ik geloof dat – net zoals de boekcover laat zien – de mens altijd de bovenhand heeft. Wij bepalen waar de robots naartoe gaan en hoever we AI toelaten in ons leven. Maar willen we de macht over de robots niet verliezen, dan moeten we wel onze authentieke intelligentie op peil brengen en houden. Dan moeten we ze ook zo goed mogelijk leren kennen, want kennis is macht. Verder zullen wij altijd de leraren van de computers zijn. En dat maakt het belangrijk om die leraren goed te kiezen. In het laatste hoofdstuk van mijn boek citeer ik Thomas Malone, schrijver van het boek Superminds. Volgens Malone zorgt de hyperconnectiviteit die mogelijk is gemaakt door AI ervoor dat we ons als mensen op extreme schaal en vernieuwende manieren kunnen verbinden. Het maakt ons als soort nóg sterker.’